De Stichting Gedenkteken Jodentransporten naar Cosel zet zich in om de plaats in Cosel waar meer dan 9.000 Joodse mannen en jongens van hun gezinnen werden gescheiden, te markeren met een gedenkteken. Hiervoor worden diverse activiteiten ontplooid, waarover hier meer informatie wordt gegeven. Tevens is gestart met het werven van de nodige fondsen.
Aan de zijwand van het bestaande goederenstation, precies op de plaats waar de Joden uit de treinen zijn gehaald, worden zes plaquettes aangebracht in het Pools, Nederlands, Frans, Engels, Duits en Hebreeuws. De tekst op de plaquette luidt in het Nederlands:
“Van 28 augustus tot 10 december 1942 werden op deze plaats ongeveer 9.000 Joodse mannen en jongens van diverse nationaliteiten gedwongen uit te stappen uit de deportatietreinen, die op weg waren van Westerbork (Nederland), Drancy en Pithiviers (Frankrijk) en Mechelen (België) naar Auschwitz. Zij werden verspreid over talloze dwangarbeiderskampen. De meesten overleefden de Holocaust niet.”
Vóór het nog steeds gebruikte personenstation (zie de foto’s), dat meer ligt in de looplijnen van de bevolking, komt een informatiepaneel in dezelfde zes talen. In het Nederlands:
“Op het goederenstation van Cosel, dat zich op 300 meter ten oosten van deze plaats bevindt, stopten in de periode van 28 augustus tot 10 december 1942 deportatietreinen met Joden op weg naar het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau. De treinen waren afkomstig van Drancy en Pithiviers (Frankrijk), Westerbork (Nederland) en Mechelen (België). SS-Oberführer Albrecht Schmelt, door Heinrich Himmler belast met de inzet van buitenlandse arbeidskrachten in Opper-Silezië, had toestemming Joodse mannen tussen 15 en 50 jaar uit de treinen te halen. Ongeveer 9.000 mannen en jongens werden hier wreed van hun gezinnen gescheiden. Zij werden verspreid over een groot aantal kampen, die behoorden bij de Organisation Schmelt in Silezië en omgeving. De grootste van deze kampen was Blechhammer (Blachownia). Vanaf 1943 werden de ongeveer 165 kampen ofwel gesloten, ofwel veranderd in subkampen van bestaande concentratiekampen. Veel van de jongens en mannen kwamen om tussen 1942 en 1944 in dwangarbeiderskampen van de Organisation Schmelt. Anderen stierven in 1944 en 1945 in concentratiekampen of gedurende ‘Dodenmarsen’. Van de 8000 mannen overleefden er slechts tussen 700 en 900 de oorlog.”
De bevolking van Kedzierzyn-Kozle zal nauw bij de uitvoering worden betrokken. De verwachting bestaat dat dit initiatief zal leiden tot meer contacten van Nederland, en vooral Limburg, met deze stad.
Scholieren van de middelbare technische school Broeklandcollege van Hoensbroek-Heerlen hebben vorig jaar met hun leraren de plaats bezocht. Zij zullen in het kader van een project, dat gericht is op tolerantie en multiculturaliteit, de plaquettes vervaardigen op hun school.
De publieke zender L1 van Limburg heeft een documentaire vervaardigd die is gewijd aan de Coseltransporten, en met name aan het ‘Limburgse’ transport van 28 augustus 1942. Kijk hier voor de documentaire: Monument voor de laatste reis.
Herman en Annelies van Rens bereiden een publicatie voor waarin de historische achtergrond van de Coseltransporten wordt beschreven.
De Stichting wil bijzonder graag in contact komen met overlevenden of nabestaanden van personen die in Cosel uit de trein zijn gehaald. Ook is zij dankbaar voor aanvullende ideeën, documenten of hulp bij de uitvoering van het project.
Het gedenkteken is onthuld op 2 september 2016.